Historie

De oprichting

Volgens het notulenboek was de eerste aanzet tot de oprichting van onze muziekvereniging het bevrijdingsfeest op 15 mei 1945. De schrijver van de eerste aantekeningen geeft in een woord vooraf een indruk van de ontberingen die er waren in 1940 - '45. Hij besluit met de woorden: "Gode zij dank voor onze bevrijding". Volgens de schrijver was het feest geslaagd op één punt na: Wij hadden geen eigen korps.

En zo was er op donderdag 17 mei een vergadering in de consistorie van de Gereformeerde Kerk van Beetgumermolen. Er was veel animo, het gebouw raakte vol. Er was geen bestuur, maar de heer S.T. Wouda fungeerde als leider. Die avond is de vereniging opgericht en 34 leden gaven zich op. Er was afgesproken dat iedereen f 25,- inleg betaalde wat voor die tijd een aanzienlijk bedrag is. Ook is er afgesproken een geldactie te houden voor de aanschaf van instrumenten. Diezelfde avond is er ook een bestuur gevormd: S.T. Wouda voorzitter, J. de Haan 2e voorzitter, R. de Jong secretaris, Kl. Boonstra penningmeester en G.J. Brouwer algemeen adjunkt.

 

De naam van de vereniging is die avond geworden "Looft den Heer". Op 28 mei was er weer een vergadering en alle leden kwamen weer opdagen. Het resultaat van de geldactie werd bekend gemaakt: f 1547,-. Ook hadden zich weer nieuwe leden aangemeld die avond waardoor de vereniging nu 47 leden had. De contributie werd die avond vastgesteld op 20 cent per week. De derde vergadering werd gehouden op 23 juli. Die avond was voor vele leden een teleurstelling omdat ze erop hadden gerekend dat de instrumenten er waren; maar helaas. Die avond is het reglement vastgesteld en er werd besloten dat ieder lid dat moest kopen voor 50 cent. Dit verklaart dat op ons reglement staat "opgericht 23 juli 1945". De tweede belangrijke beslissing die avond was de benoeming van een dirigent. De heer de Ruiter uit Leeuwarden werd benoemd en voor zolang er nog geen instrumenten waren zou hij dinsdagsavonds theorieles gaan geven.

 

En dan vrijdag 12 oktober 1945: "een verrassing" , de nieuwe instrumenten waren er. Op dinsdag 16 oktober zijn ze onder de leden verdeeld; eerst het bestuur en verder de leden die trouw de theorielessen hadden gevolgd. Er waren meer leden dan instrumenten en daarom werd er geloot, wat nog een grote spanning gaf. Het notulenboek zegt: "Toen werd een ogenblik vrijgegeven om de instrumenten te proberen; je verging van het geluid".

Dat is vast een mooie repetitie geweest.

Het korps door de jaren heen

Op 26 december 1945 (2e kerstdag) maakt het korps zijn debuut. Op de uitvoering van de plaatselijke zangvereniging "Halleluja" werd "Looft den Heer" gevraagd enkele nummers ten gehore te brengen. Acht nummers werden er gespeeld met als eerste Psalm 150: 1 en 3. Er zal vast bij zijn gezongen. De avond was zeer geslaagd en de heer J. Goslinga, die de leiding had zwaaide de muziekvereniging alle lof toe.

 

De repetities daarna dachten de leden dat ze klaar waren, maar het bleek dat er nog veel meer moest worden geoefend. Een paar jaar later bleek pas waar al dat oefenen goed voor was, want op 11 augustus 1948 werden de stoute schoenen aangetrokken en ging het korps voor de eerste keer naar het concours in Oosterend. In de 4eafdeling speelden ze het stuk "Cosmea" onder leiding van de nieuwe dirigent J. v.d. Meij uit Berlikum en haalden met 153 punten een 1e prijs. Wat moet dat een overwinning zijn geweest. Twee jaar later presteerde het korps het om op het concours in Oudega een eerste prijs met lof te behalen met het stuk "Stella". Daar is nog lang over gepraat. In de jaren die volgden klom het korps op van de 4e naar de 1e afdeling. Maar daarna was de vaart eruit. Het korps heeft er 17 jaar over moeten doen om in de afdeling uitmuntendheid te komen. En er is een tijd geweest dat het korps van de ene crisis in de andere viel. Er heeft zelfs een briefje aan het mededelingenbord van de kerk gehangen met: "Dringend gevraagd nieuwe leden voor Looft den Heer. Anders moeten wij ophouden te bestaan". 

De versterking kwam en wel uit Britsum. Het Britsumer korps was reeds opgehouden te bestaan en de 8 leden die nog wilden doorgaan hebben zich aangesloten bij Looft den Heer.

Maar ook met de versterking erbij ging het nog niet van een leien dakje. In 1962 echter komt er een ommekeer. Toen werden de eerste resultaten van de muziekcursus merkbaar. Deze cursus werd in eigen beheer gegeven door beroepskrachten uitgaande van "de Fryske Kulturele Rie". De grote stimulator hiervan, D.J. Brouwer heeft toen gezegd: "Wanneer wij hiermee doorgaan dan heeft het korps binnen 10 jaar 50 leden." En hij heeft gelijk gekregen; met de leerlingen erbij waren er in 1972: 53 leden. In hetzelfde jaar moest het korps afscheid nemen van dhr. Brouwer want hij verhuisde naar Dirkshorn. 

De muziekcursus is de redding geweest van de vereniging, meer nog, het heeft de basis gelegd voor de bloei van het korps. In 1974 werd er begonnen met een jeugdkorps, bestaande uit cursisten van de muziekcursus onder leiding van Adolf Huizinga.

Fanfare of brassband

Een belangrijk moment in de geschiedenis van de vereniging is geweest in 1983 op de jaarvergadering, toen werd besloten om over te schakelen van fanfare naar brassband. De reden daarvoor was dat het zeer moeilijk was om de bezetting van een fanfare goed op peil te houden. Een brassband heeft een standaard bezetting en kan daardoor met een kleiner aantal leden toch een goed resultaat behalen.

Bovendien was er (toen) een grotere keus in de te spelen muziekstukken voor brassbands. Ook waren er verscheidene secties in het korps die de brassbandpartijen interessanter vonden om te spelen.

In 1984 werd Piet van der Heide dirigent van het jeugdkorps en een jaar later ook van het A-korps van Looft den Heer en onder zijn bekwame en enthousiaste leiding groeide de band voortdurend in niveau. In 1987 werd voor het eerst meegedaan aan de Nederlandse Brassband Kampioenschappen (NBK) en werd Looft den Heer meteen kampioen in de vierde divisie. Ook de volgende jaren verliepen succesvol, ook toen de band promoveerde naar de derde divisie. In deze divisie heeft de band driemaal de kampioenstitel behaald. Daarnaast werd er jaarlijks enthousiast deelgenomen aan het ‘Survento Brassband Festival’ waarbij het uitvoeren van de "circus-act" in 1996 wel de meest spraakmakende was. 

Sinds 1999 zwaait Jochem Hoekstra de muzikale scepter bij Looft den Heer. Ook deze samenwerking van dirigent en band is zeer succesvol. Naast het jaarlijks organiseren van diverse concerten waarbij men het publiek naast hoge muzikaliteit ook iets extra's wil bieden, begeleidt Looft den Heer regelmatig kerkdiensten. Hoogtepunten onder Jochem Hoekstra zijn o.a. het werk ‘Hinemoa’ (NBK 2000 en Brassbandfestival Leeuwarden 2001) en de kampioensoptredens op de Survento's van 2000 en 2001. Bovendien mocht de band in juni van 2003 de 1e prijs in ontvangst nemen bij EuroBrass Drachten, een brassband-entertainment-festival welke de opvolger is van Survento. Verder is een doorgaande positieve lijn waar te nemen bij de jaarlijkse deelname aan het NBK wat resulteerde in het kampioenschap van de 3e divisie op het NBK van 2003! 

Activiteiten en geldmiddelen

Het is niet mogelijk om in kort bestek alle activiteiten op te noemen, maar om toch een indruk te geven van wat het korps in de loop der jaren heeft gedaan buiten de concoursen noemen wij: 

 

Het inhalen van de ouden van dagen van Beetgum, Beetgumermolen, Engelum en Britsum, gemeentelijke festivals, concerten, huldigingen bij jubilea, medewerking aan festiviteiten, koninginnedag, gymnastiek en kaatsen, anjerfonds-collecte, medewerking aan de eredienst, startweek van het jeugdwerk,  spelen bij het onthullen van de monumenten op de "Menamerdyk" en op de hoek van de "Langestraat".  Speciaal moet nog genoemd worden het spelen in de kerk bij de orgelrestauratie in 1956 en bij het kerkverven in 1964.  Ook buiten de eigen dorpen waren er uiteraard activiteiten, waaronder landdagen, vergaderingen, bondsdagen, concerten met andere korpsen, try-out concerten, enz. enz. Er komt heel wat bij kijken om een muziekvereniging te bekostigen. Dat kan niet alleen van de contributie. In de loop der jaren zijn er dan ook verscheidene bronnen van inkomsten aangeboord zoals: donateurs, subsidies, "van Aismastichting", Anjerfonds, boerenleenbank, winkeliersvereniging, renteloze leningen.

Daarnaast zijn er ook zeer uiteenlopende acties geweest; een greep hieruit: rommelmarkt, bazar, huis aan huis collecte, oliebollenactie, koekactie, snertactie, kerstboomactie, amarillebollenactie, geraniumactie, aardappels zoeken, tulpen-koppen.

Uit bovenstaande blijkt wel dat de contributie maar een deel vormt van de inkomsten en dat meestal een beroep moet worden gedaan op de eigen dorpsgemeenschap om alles te bekostigen. Daarom is een woord van dank op deze plek wel op zijn plaats.